Provincie steekt stokje voor gedeeld sportcomplex
ZEVENHOVEN/NIEUWVEEN - SV Zevenhoven, SV Nicolaas Boys, Lawn Tennisvereniging Zevenhoven en Tennisvereniging Nieuwveen hadden plannen om samen één grote sportaccommodatie te delen. Ook de gemeenteraad van de gemeente Nieuwkoop ging akkoord. De provincie Zuid-Holland echter niet en dus gaan de plannen niet door.
De vier verenigingen zouden een groot sportpark delen om in de toekomst te blijven bestaan. Sporters kiezen namelijk voor andere clubs, en vrijwilligersaantallen lopen terug bij de verenigingen. De clubs zijn van mening dat, om een fusie ook echt effectief te laten zijn, het kunnen beschikken over een omnisportpark voor voetbal en tennis, gelegen tussen de beide dorpskernen, een voorwaarde is. Hiervoor is een terrein van zes hectare nodig buiten bestaand stads- en dorpsgebied.
Zo'n groot sportpark wordt door de provincie gezien als een stedelijke voorziening. De provincie verleent hierom geen toestemming voor het plan, mede om boeren, natuur en recreatie te beschermen tegen verdere verstedelijking.
'Woningen niet nodig'
De sportvelden die nu worden gebruikt door de verenigingen zouden ruimte bieden aan in totaal ongeveer 250 woningen. De provincie wordt daar niet echt warm van. 'De voorgestelde woningbouw op de huidige sportvelden is in onze ogen niet nodig. De regio Holland Rijnland heeft meer dan 130 procent plancapaciteit en daarmee al voldoende woningbouwplannen. Het toevoegen van meer woningbouw is daarom niet nodig', stelt de provincie in een brief aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nieuwkoop.
Het college geeft aan dat zij een andere mening heeft dan de provincie. Volgens hen is er echter financieel weinig ruimte voor grote investeringen zoals nieuwe sportaccommodaties.
Wellicht in de toekomst
Het college staat nog steeds positief tegenover samenwerking tussen de verenigingen in Zevenhoven en Nieuwveen. 'Wij denken dat verdere samenwerking de draagkracht van verenigingen kan versterken en hun toekomstbestendigheid vergroot. We blijven hierover met de verenigingen in gesprek. Mogelijk dat die samenwerking in de toekomst op enige wijze toch tot concentratie van activiteiten op één locatie kan leiden', aldus het college in een brief naar de gemeneteraad.