TER AAR - Het mag dan wel de 750ste verjaardag van Amsterdam zijn, Ter Aar viert dit jaar precies dezelfde mijlpaal. En wie denkt dat het pittoreske dorp verbleekt bij onze wereldberoemde hoofdstad, komt volgens kenners bedrogen uit. 'Wat zij in het groot hebben, hebben wij in het klein.'
Al vrijwel dit hele jaar wordt het 750-jarig bestaan van Ter Aar gevierd. Van feestavonden en sportevenementen tot een gezamenlijke kerkdienst. Ook is er tot het einde van dit jaar een speciale tentoonstelling over de bijzondere mijlpaal in het plaatselijke museum.
Waar het op de dag af 750 jaar geleden is dat Amsterdam stadsrechten verwierf, kan de geboortedatum van Ter Aar niet exact worden vastgesteld. 'Het dorp is ouder, maar de eerste schriftelijke vermelding van Ter Are was in 1275', verklaart Flip Vonk (81), nota bene geboren Amsterdammer.
Als voorzitter van de lokale Cultuur Historische Vereniging heeft hij de geschiedenis uitgebreid onderzocht. Die omvat de voormalige gemeente Ter Aar, in 2007 gefuseerd met Nieuwkoop en Liemeer. En daartoe behoren ook de kernen Aardam, Korteraar, Langeraar en Papenveer.
In het 40 jaar oude dorpsmuseum licht Flip een deel van de tentoonstelling over het 750-jarig jubileum uit. Hij haalt drie stroopkannen uit de vitrage. 'Vroeger waren Langeraarders zo arm, dat de laatste druppel uit die kannen werden benut. Vandaar dat er in het dorp een beeldje staat: De Strooplikker.'
Flip Vonk toont een Langeraarse stroopkan in het dorpsmuseum van Ter Aar
Foto: Omroep West
Bij de beeldbepalende Heilige Adrianuskerk in Langeraar - 'de kathedraal van de Rijnstreek' - vertelt Betsie van Hameren (72) over haar binding met het dorp. 'Mijn man is hier geboren en onze kinderen ook. Zelf ben ik in Aardam geboren. En doordat mijn vader melkboer was, kwam hij veel in Papenveer.'
Rondom het imposante kerkgebouw komen allerlei levensfases bij elkaar, legt de oud-kraamverzorgster uit. 'Dit is het hart van Langeraar. Hier staat een school, maar ook appartementen, een zorglocatie voor ouderen en een kerkhof.'
Betsie van Hameren voor de imposante hervormde kerk in Langeraar
Foto: Omroep West
Dat er ondanks de saamhorigheid ook sprake is van onderlinge rivaliteit, komt van oudsher tot uiting bij de twee plaatselijke voetbalclubs: Altior (Langeraar) en TAVV (Ter Aar). 'Als die tegen elkaar moesten spelen, was het echt strijd', benadrukt Betsie.
'Die scheiding was daar wel erg, jammer genoeg. Met zijn allen voetbalvelden realiseren in de polder ging ook niet. Zelf zeg ik altijd: het enige wat goed is gegaan tussen Langeraar en Ter Aar, dat zijn ik en mijn man.' Glimlachend: 'Al 52 jaar.'
Op de Hoekse Aarbrug in Papenveer laat Martin Vermeulen (65) zien hoe je via het water en de weg naar naastgelegen plekken kunt gaan. 'Hier begint het Aarkanaal', roept hij, vervolgens wijzend waar Nieuwveen (oosten), de Langeraarse Plassen (noordwesten) en Alphen aan den Rijn (zuiden) liggen.
Deze plek is bijna letterlijk zijn geboortegrond. In de loop der jaren heeft hij Ter Aar flink zien veranderen. 'Dit was een tuindersdorp. Vroeger werden met schuiten vanuit Langeraar groenten hiernaartoe gevaren om te veilen. Later kwamen daar bloemen voor in de plaats.'
Martin Vermeulen bij de Hoekse Aarbrug in Papenveer
Foto: Omroep West
'Tegenwoordig wordt er niks meer geteeld in Ter Aar. En vrachtschepen zijn er ook bijna niet meer', vervolgt hij zijn verhaal. 'Dat is allemaal achterhaald. Jammer? Nou ja, tijden veranderen. Het is meer industrie geworden.'
Martin werkt op dit moment nog als bode bij de gemeente Nieuwkoop, een functie die hij ook al vervulde toen Ter Aar nog zelfstandig was. Naar eigen zeggen verzamelt hij 'alles van Ter Aar wat los en vast zit'.
Zo werden vroeger groenten met een schuit vervoerd
Foto: Omroep West
Hoe zouden jullie Ter Aar en de inwoners omschrijven?
Betsie: 'Voorheen had je hier veel inleggerijen. En heel veel kwekers, maar dat was geen beroep waar je rijk van werd. Die mensen hadden een dubbele baan, om genoeg eten en drinken te hebben voor de grote gezinnen van toen. Tegenwoordig zijn er meer mensen van buitenaf, wat gezien de tijd logisch is.'
Martin: 'Ter Aarders zijn doeners en harde werkers. Mensen met een mening, maar die wel gezellig met elkaar omgaan. We hebben een kermis, braderieën en buurtfeesten. Dus het is hier zeker geen saaie bedoening.'
Flip: 'Het is een rustig dorp met een bloeiend verenigingsleven, hoewel dat na corona wat is ingezakt. Een hechte gemeenschap ook, waar aan elkaar gedacht wordt. We hebben prachtige vaarwegen, een openluchtzwembad en de Langeraarse Plassen. Het is een gebied midden in het Groene Hart, waar je rond kunt dwalen in de natuur. Als je hier naar de dieren en de vogels kijkt, dan is dat uniek.'
Een gezamenlijke kerkdienst vanwege de viering van 750 jaar Ter Aar
Foto: Omroep West
Ook onze hoofdstad Amsterdam viert haar 750-jarig bestaan. Leg dat eens naast jullie jubileum.
Martin, met een brede grijns: 'Daar doen wij niet voor onder. Wij hebben ook bekende mensen, zoals winnaars van de Elfstedentocht (Jan W. van der Hoorn, Jan J. van der Hoorn en Lenie van der Hoorn; red.) en voetballer Jens Toornstra. Wat zij in het groot hebben, hebben wij in het klein. Ik ben vroeger veel in Amsterdam wezen stappen. Erg gezellig, maar ik ging ook weer graag terug naar Ter Aar.'
Flip: 'Zij zijn wat meer gegroeid dan wij. Het is eigenlijk wel heel bijzonder dat we gelijk met de hoofdstad ons jubileum vieren. Puur toeval, denk ik. Maar ik vind Ter Aar zéker even belangrijk als Amsterdam.'
Betsie: 'Je kunt die twee niet naast elkaar zetten, want wij hebben geen Rembrandt. Maar wij hebben ook genoeg moois. Elke ochtend als ik wakker word, zie ik zo gauw de zon opkomt een hele colonne ganzen vertrekken en elke avond komt dat hele spul kwetter-de-kwetter weer terug. Prachtig, onze natuur is eigenlijk net zo mooi als een Rembrandt. En al die Amsterdamse grachten stinken ook, haha.'
Tot slot, welke toekomstwensen hebben jullie voor Ter Aar?
Flip: 'De komst van een rondweg rondom de kern Aardam, omdat de verkeersoverlast op de Kerkweg wel erg groot is. En ook de verkeersdruk op de Westkanaalweg neemt vooral door het zware verkeer toe, wat de woonsituatie in het hele dorp geweld aandoet.'
Betsie: 'Dat het leefbaar blijft, want er zijn heel veel winkeltjes verdwenen en dat is wel jammer. En dat er genoeg vrijwilligers zijn voor mensen die zorg nodig hebben. We moeten met elkaar zorgen dat het allemaal een beetje blijft draaien, maar dan moet er natuurlijk ook gebouwd worden. Verder vind ik dat wij in het villadorp van de wereld wonen.'
Martin: 'Ik hoop dat het een welvarend dorp mag blijven. En dat de problemen die er nu zijn worden opgelost, met het drukke verkeer, wegen en woningbouw. Het begint hier ook wel een beetje vol te raken. Uiteindelijk gáát het een keer goedkomen, dat weet ik zeker.'
Lees ook: Ter Aar bestaat 750 jaar: 'Het is lang geleden dat het zo zal bruisen'